31 oktober 2022
HALLOWEEN
Van al jullie mooie herfst- en halloweenfoto's hebben we een spannend Halloween verhaal geschreven "Nightmare on Podenco Street" met in de hoofdrol: Indio, Bolt, Pablo, Ollie, Willy, Tony, Finn en Gita.
Veel leesplezier en onwijs leuk dat jullie allemaal hebben meegedaan!
Happy Halloween!
***
A NIGHTMARE ON PODENCO STREET
Niemand wist het maar Indio vertrok vanmorgen vroeg op een missie. Vandaag was de dag dat hij zijn roeping moest voltooien. Op 31 oktober wordt er een heldendaad van hem verlangd. Dapper en vastbesloten om zijn missie te vervullen, ging hij vanochtend van huis. Het belooft een spannende dag te worden, dacht hij nog toen hij de deur van het huis achter zich dicht zag vallen, maar hij had geen keus. Om het lot van de podenco’s te beschermen tegen het kwaad, wordt het vandaag bittere noodzaak zoveel mogelijk podenco’s in zijn straat te verzamelen en op zoek te gaan naar de sleutel. Indio is slim, loyaal en zet zich helemaal in voor het lot van de Podenco’s, dus gooit hij zich in de strijd tegen het kwaad. Dit wordt een Halloween om nooit te vergeten.
Indio was nog maar net onderweg en hij kwam Bolt tegen. Opgewekt zijn eerste metgezel tegen te zijn gekomen, vertelde hij Bolt over zijn plannen. “We moeten naar het bos” zei Indio en “Ik heb je hulp nodig”. Bolt aarzelde geen moment. Hij kent Indio al lang en ze zijn over de jaren goede vrienden geworden. “Wat gaan we doen dan?” vroeg Bolt en Indio vertelde “Vandaag is het Halloween. Het is vandaag precies honderd jaar nadat de podenco Airon het lot van de podenco’s heeft beschermd door het kwaadaardige podencospook in een kistje te vangen en in het bos te begraven.” Het is noodzakelijk dat we vandaag de sleutel van dat kistje vinden om het spook te bevrijden.” Bolt was zo onder de indruk van de ernst waarmee Indio het verhaal vertelde, dat hij niet durfde te vragen waarom je in vredesnaam een kwaad spook uit een kistje gaat halen, maar vastberaden zijn vriend nooit in de steek te laten, liep hij met hem mee richting het bos.
Onderweg waren ze Pablo tegengekomen die ze het hele verhaal vertelden. Aangezien ze wel wat hulp konden gebruiken om de sleutel in het grote bos te vinden, vroegen ze Pablo om mee te helpen zoeken. Pablo is een echte speurneus en vindt nog een toffee tussen de koffiebonen. Toen Pablo zei dat hij wel eens ergens wat gehoord had over deze bijzondere Halloween, bracht hij iets ter tafel wat de andere twee een rilling over de rug deed gaan. Hij zei “Maar weten jullie wel dat die sleutel een paar jaar terug is gestolen door een kabouter? Het schijnt dat een akelige, boze en gemene kabouter de sleutel heeft gevonden en hem niet meer heeft teruggelegd.” Dat zou betekenen dat ze op zoek moesten gaan naar een kabouter, maar met het invallen van de avond en onderweg te zijn naar het bos was dit een angstaanjagende gedachte.
Indio, Bolt en Pablo kwamen aan bij de rand van het bos. Het was inmiddels donker geworden en het drietal stond voor het boswachtershuisje. De lampen in huis waren aan. Er moest dus iemand thuis zijn. Ze wisten dat Ollie hier woonde, een Podenco die ze zo nu en dan zagen als de boswachter zaterdags naar het dorp kwam. Pablo zei “Hey, kijk daar! Kijk!” “Wat?” vroeg Bolt. “Kijk daar, door het raam, ik zie een puntmuts!” “Nee joh, dat zijn Ollie’s oren, dat zijn ook net punten” vervolgde Indio. “Nee echt, ik weet het zeker” en omdat Pablo zo aanhield, liepen ze alle drie door de tuin naar het raam. Ze sprongen bij het raam op en wat zagen ze? Er zat een kabouter naast Ollie op de bank. “Is dat die kabouter?” vroeg Indio.
Opeens hoorden ze wat geritsel achter hen. Nee hè, het was Little Monster. Little Monster heette eigenlijk Tony, maar hij stond bekend om zijn monsterlijke humor. Hij was berucht vanwege zijn kattenkwaad. ’s Avonds doolt hij vaak rond en is hij op zoek naar avontuur. Als hij dan iemand tegen komt, dan komt hij heel zachtjes aan lopen zodat niemand hem hoort en dan ineens vanuit het niets laat hij je dan schrikken door een simpele boe. Vanavond had het geritsel hem verraden. Toen het drietal omdraaide zagen ze hem staan bij de enige brandende pompoen in de tuin. “Zei iemand hier kabouter?” zei Tony en hij likte hem om zijn snoet. “Ik heb wel zin in een hapje.” “Hij zit binnen”, repte Bolt “Die met die oranje puntmuts moet je hebben”. Tony kwam dichterbij en liep het drietal voorbij. Hij gaf drie harde kloppen met zijn pootje op de deur. Alle drie (behalve Tony) hielden hun adem in toen de deur open ging…
Daar stond Willy. De hokus pokus tovenaar van het bos. Niemand weet precies waar hij zich schuil houdt omdat hij altijd over en nergens lijkt op te duiken. Zijn schim wordt geregeld waargenomen in het bos en hij heeft reeds menig wandelaar en hond de stuipen op het lijf gejaagd. Iedereen heeft respect voor hem. In wezen is hij de ‘oude wijze’ van het bos, maar hij ziet er altijd zo eng uit in zijn donkere cape. Als hij in het bos is, heeft hij ook nog altijd een zwarte kap over zijn hoofd wat hem nog enger maakt. “Jaaaa”, was het, met een heel zware stem. “Wat komen jullie hier doen?” Waarop Tony meteen zei “Ik zoek die kabouter.” Indio nam vlug het woord voordat Tony’s humor de oude wijze Willy van de leg zou brengen. Indio vertelde Willy dat ze op een missie zijn en op zoek zijn naar de sleutel, maar ze hadden gehoord dat de kabouter de sleutel zou hebben. Willy liep naar een grote glazen bol die binnen in een hoek van de hal op de grond stond. Hij wreef met zijn poot over de bol en riep een griffenpif spreuk waar de vier hondjes niets van snapten. De bol begon te gloeien en ze zagen Willy in een soort van trance raken. “Volgens mij kunnen we beter vertrekken” zei Bolt. “Nee nog heel even” zei Indio en op dat moment draaide Willy zich om. Zijn ogen waren spierwit geworden en hij zei op een luide krijsende toon die door merg en been ging “ZOEK DE SPIN VAN FINN”. De vier hondjes renden met een noodgang uit de tuin rechtstreeks het diepe donkere bos in.
Ze renden en ze renden totdat ze niet meer konden waarop ze stil kwamen te staan op een open plek in het bos. De maan was boven aan de heldere hemel gekropen en bleek een enorme hulp met zijn maanlicht dat het enige licht was in het donkere bos. Ze keken om hen heen en toen hun ademhaling wat was bedaard van het harde rennen zag Pablo ineens een groot web. Het was tussen twee eikenbomen gespannen en het was zo groot dat er wel een luchtballon van gemaakt kon worden. Pablo wees met zijn pootje in de richting van het spinnenweb. “Kijk daar!” zei hij. Voorzichtig liepen ze dichter naar het web. Als ze in dit web vast kwamen te zitten, kwamen ze er nooit meer uit. Tony voelde even aan een draad dicht bij de boom “Het lijkt net lijm!” zei hij. Waarschijnlijk heeft de spin het trillen van het web gevoeld, want een paar seconden later stonden ze ineens oog in oog met een gigantische zwarte spin. Hij was zo groot en zo dichtbij dat je zijn haren kon tellen. Zijn ogen draaiden in zijn kop toen hij zei “Knibbel knabbel knuisje, wie zit er aan mijn huisje?” Het was even stil. Indio nam het woord en zei dat de oude wijze tovenaar Willy hen had verteld over de spin van Finn. “Ahhhh” zei de spin en hij vroeg “Wie van jullie is Tony? Tony wees naar Pablo. “Nee hoor, hij is het”, zei Pablo. Tony verschoot van kleur. “Kom eens wat dichterbij” zei de spin. Tony aarzelde, maar de andere drie hondjes duwden hem met hun ogen richting de spin. Tony zette een paar stappen dichterbij en de spin snelde vliegensvlug naar hem toe en spoot een web om hem heen, waarop het drietal onmiddellijk boven op de spin sprongen en hem in bedwang hielden. Bolt kon Tony op het nippertje bevrijden en toen Tony uit het web was bevrijd, bond hij snel zijn bandana om alle poten van de spin. “Zo, die kan nergens meer heen” zie Indio. Wat een schrik! Ze keken naar de plek waar eerst de spin zat en zagen een sleutel schitteren. Toen kwam er ineens een hondje tevoorschijn. “Wie ben jij?” vroeg Tony. “Ik ben Finn en ik ben jaren gevangen gehouden door de spin. Nu jullie de spin hebben gevangen, ben ik eindelijk bevrijd.” Finn haalde de sleutel uit het web en zei “Ik weet waar jullie moeten zijn”. “Hoe dan?” vroeg Pablo. “De spin praatte altijd in zijn slaap en zo heb ik gehoord waar het kistje is dat bij deze sleutel hoort” antwoordde Finn.
Indio, Bolt, Pablo en Tony volgden Finn op de voet verder het donkere bos in. Ze liepen langs kabbelende beekjes, gleden bijna uit op de glibberige steentjes, sprongen door het hoge gras en kwamen uiteindelijk uit bij een grote hunebed in het bos. Finn stopte voor de grote stenen en begon onder het gevaarte te graven. De rest hielp mee en na enkele minuten graven stuitten ze op een kist. Voorzichtig haalde Tony het kistje uit de aarde en zette het bovenop de grond. Ze keken elkaar aan en Indio vroeg de sleutel van Finn. Hij stak de sleutel in het kistje, maar draaide nog niet. “Zijn jullie er klaar voor?” vroeg Indio. Waarop Bolt nu toch echt niet langer zijn prangende vraag weet in te houden en zegt “Maar waarom laten we dit kwaadaardige podencospook dan nu vrij? Hij is toch kwaad?” Indio kijkt hem aan en antwoordt “Het is de goedheid die de kwaadaardigheid overwint. Er bestaat een oude mythe over de Podenco’s die zegt dat het kwade wordt overwonnen door het goede. Daar geloven wij allemaal in. Hoe slecht wij en generaties voor ons ook zijn behandeld, we blijven geloven in het goede. Kwaad bestrijd je niet met kwaad.” Bolt knikte. “Draai maar met die hap” zei Tony en Indio draaide de sleutel om. Het deksel ging omhoog en een grote wolk mist steeg op. De hondjes stonden allemaal dicht bij elkaar. Het duurde enkele seconden totdat de mist vernevelde en ze een wit gestalte zagen staan. “Mijn naam is Gita” zei het witte gestalte en de hondjes zetten allemaal tegelijkertijd een stap achteruit. Een beeldschone witte Podenco stapte uit de kist. Haar ogen straalden en ondanks dat de hondjes een monster verwachtten, zag ze er lief uit. “Ik ben jullie eeuwig dankbaar voor jullie moed. Ik zal jullie belonen. Ik zal mij voortaan toewijden aan jullie bescherming en welzijn” vervolgde Gita. En zo kregen de Podenco’s op Halloween door het dappere optreden van Indio, Bolt, Pablo, Finn en Tony er een beschermengel bij.